De energie geschiedenis

 

Vóór de industriële revolutie waren onze energiebehoeften bescheiden. Voor warmte vertrouwden we op de zon en verbrand hout, stro en gedroogde mest als de zon ons in de steek liet. Water- en windkracht waren aanvullende bronnen om energie op te wekken. Voor transport gebruikten de spierkracht van paarden en ossen.

Eenvoudige machines die gebaseerd zijn op de kracht van stoom dateren terug tot het oude Alexandrië. De evolutie van de stoommachine nam in de 17e en 18e eeuw aanzienlijk toe. Een enkele stoommachine, aangedreven door steenkool kon het werk van tientallen paarden doen. Handiger dan wind en water, en minder duur dan een stal vol paarden, dreven stoommachines al snel locomotieven, fabrieken en landbouwwerktuigen aan. Steenkool werd ook gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en het smelten van ijzer in staal. In 1880 werd de eerste waterkrachtcentrale geopend Wisconsin.

Tegen het einde van de 19e eeuw kwam er een nieuwe vorm van brandstof bij: petroleum. Olie werd waardevolle handelswaar voor transport, fabrieken, verlichting en verwarming. Na de tweede wereldoorlog gevolgd door nucleaire energie.

Met de goedkope auto en de verspreiding van elektriciteit is het energieverbruik van onze samenleving voor altijd veranderd. Het energiegebruik groeide snel en verdubbelde elke 10 jaar. De kosten van energieproductie namen gestaag af en het efficiënte gebruik van energie was eenvoudigweg geen probleem. Energiecentrales werden groter en groter, totdat we enorme kolencentrales en hydro-elektrische dammen hadden.

In 1973 leidde de Amerikaanse steun voor Israël in de Arabisch-Israëlische oorlog ertoe dat de Arabische olieproducerende landen stopten met het leveren van olie. De olieprijzen verdrievoudigden.

Het gevolg waren autoloze zondagen. Ongelukken in kernenergiecentrales zwengelde de discussie aan over welke energiebronnen verantwoord zijn voor een toekomstbestendige wereld. Door het massale gebruik van fossiele brandstoffen wordt de energiebalans in de atmosfeer rond de aarde uit evenwicht gebracht. Het gevolg is de nu zichtbare klimaatverandering. 

Door de klimaatverandering verandert de leefwereld van mens, dier en natuur. Willen we de wereld leefbaar houden, moeten we nu maatregelen nemen. Energieproductie en ons energiegebruik moeten toekomstbestendig worden. Daarvoor is overschakelen van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energievormen, als zon-, wind- en waterkracht noodzakelijk.